Architect Jeroen Zuidgeest van Studio for New Realities ontwierp het masterplan van District U. Hiervoor greep hij terug op de vier pijlers onder zijn bureaufilosofie.
‘We tekenden een poort als symbool voor de verbinding tussen stad en rivier’
I. Gebruik boven design
‘Mijn vak gaat nog te vaak over hoe gebouwen en buurten eruitzien, terwijl het naar mijn idee vooral ook moet gaan hoe er in die gebouwen en buurten wordt geleefd. Veel architecten bekommeren zich vooral om gevelbeeld en logica en bij stedenbouwers gaat over meestal over kavels en wegenstructuren. Bij ons bureau beschouwen we gebouwen en buurten als een theater waar van alles kan en mag plaatsvinden. Als ontwerpers zoeken wij naar manieren om het werkelijke leven in die gebouwen en buurten te ondersteunen.’
‘In District U doen we dit door naast een ruimtelijk masterplan ook een zacht masterplan te leggen. Dat gaat over hoe uiteenlopende functies als wonen, werken en leren elkaar niet tegenwerken, maar op elkaar aansluiten. Bijvoorbeeld door in de hand te werken dat leerlingen en studenten die bij naburige bedrijven gaan stagelopen. Dan kijken we wat er in een gebied nog meer nodig is. Waar hebben mensen op hun zaterdagse rondje behoefte aan? Dan komen de ruimtelijke vragen vanzelf: wat zijn looproutes, waar zitten de entrees van gebouwen, wat betekent het voor het buurtplein? Door dit goed uit te denken, maak je een grote kwaliteitsslag en voeg je waarde toe aan een gebied. Een huismeester die koffie schenkt op een paar tafels in de zon maakt voor de bewoners van die plek een enorm verschil.’
II. Impact boven iconen
‘Onze ontwerpvoorstellen zijn geen iconen in de letterlijke zin van het woord. We streven niet naar een spraakmakend gebouw of een spectaculaire inrichting van de openbare ruimte. Onze doelstelling is impact op de leefkwaliteit. Daarmee hopen we dat hun betekenis op die manier wél iconisch is.
In District U hebben we bijvoorbeeld in het zogenoemde A-gebouw een poort getekend; niet als iconische beeld, maar als symbool voor de verbinding tussen stad en rivier. In de inrichting van de openbare ruimte hebben we in eerste instantie aandacht voor microklimaat, buurtgevoel en doelgroepen. Door mooie materialen of spannende vormen kun je weliswaar een iconisch ontwerp maken, maar je maakt pas impact als je rekening houdt met zowel families met kinderen als jongvolwassenen en ook ouderen. Die mooie materialen passen we natuurlijk ook gewoon toe’
III. Gemeenschappen boven gebouwen
‘Architecten hebben, zeker in de ontwikkeling van een nieuwe stadswijk, een brede verantwoordelijkheid. Het gaat niet louter om stenen, maar om gemeenschappen die ontstaan. Dit betekent dat bijvoorbeeld de invulling van de gebouwplint [het straatniveau, red.] onderdeel is van het ontwerp. Het is ontzettend belangrijk om als architect hierover het gesprek met opdrachtgevers aan te gaan, want het gaat om de verblijfskwaliteit van een plek. Wij proberen architecten te prikkelen en ze uit te dagen aandacht te geven aan de overgang tussen woonblok en publieke ruimte. Sommige architecten vinden het vervelend om na te denken over barbecues en parasols, maar daar gaat het uiteindelijk wel om. Typerend hiervoor is het auditorium. Puur vanuit architectonisch oogpunt en verhuurbaarheid zou je dit pand slopen, maar met een andere bril zie je de enorme potentie van deze vrije ruimte voor de hele wijk. Ideaal als enorme speelplaats of voor congressen en voorstellingen.’
IV. Aanpak boven stijl
‘Als bureau leveren wij ontwerpoplossingen. We hebben geen dwingende signatuur of dogmatische vormentaal. In die zin is ons bureau te herkennen aan de drie aspecten van een succesvolle gebiedsontwikkeling. De hardware is de fysieke verschijningsvorm. De software zijn de functies en programmering. De orgware gaat over hoe je zaken voor elkaar krijgt. Ik ben dus ook een ontwerper die zich bemoeit met investering, strategie en exploitatie. In District U sluit deze manier van werken goed aan bij onze opdrachtgevers, de familiebedrijven Leyten en Van Adrighem [dat inspire* real estate inschakelde, red.]. Zij zien in dat het uiteindelijk gaat om de realisatie van een fijne buurt, van plekken waar je in de zon een biertje gezellig een biertje drinkt met buren. Ze hebben zelf ook kinderen en kleinkinderen die graag ravotten in een tot speeltoestel omgebouwde hijskraan.’
Download Masterplankaart